Van de tien vaccins die buiten Europa worden geëxporteerd, komen er zeven uit België. Hoewel zijn grondgebied bijna negentien keer kleiner is dan dat van Frankrijk, werpt ons ‘kleine landje’ zich op als een onmisbare speler in de biofarmaceutische sector en wist het een waar eldorado uit te bouwen voor innovatieve ondernemingen uit de sector … Kroniek van een succesverhaal.

De coronapandemie heeft de positie van België in de wereldwijde farmaceutische sector nog versterkt, in het bijzonder wat de productie van vaccins betreft. Met een totaal van 56 miljard euro staat België op de derde plaats voor biofarmaceutische export. Om het nationale succesverhaal te bestendigen heeft de Belgische regering in 2021 een ambitieuze strategie aangenomen met de naam Health & Biotech Valley. Het doel? Het concurrentievermogen behouden en de positie in innovatie en biofarmaceutische productie versterken.

De ingrediënten van het succes?

Gesterkt door zijn rijke erfenis op wetenschappelijk en medisch gebied blijft België zijn ambities tonen, met onder meer jarenlange investeringen in onderzoek en ontwikkeling, een geïntegreerd ecosysteem en actieve steun van de overheid. Een woordje uitleg over deze succesfactoren.

1. Een baanbrekend ecosysteem

Ons land is erin geslaagd zijn ligging in het hart van Europa te benutten om een uitmuntend en dynamisch ecosysteem van samenwerking op te bouwen dat alle schakels van de waardeketen met elkaar verbindt. Industrie, universiteiten, onderzoeksinstellingen, wetenschapsparken en ziekenhuizen werken hand in hand om onderzoek, innovatie en groei te stimuleren en kunnen daarvoor onder meer rekenen op een gespecialiseerde logistiek.

2. Bekwame talenten

Nog een sleutel tot succes? Ons menselijke kapitaal. België telt namelijk twee keer zoveel werknemers in de biowetenschapssector als het Europese gemiddelde. Wetenschappers, ingenieurs, studenten, werknemers en andere gekwalificeerde profielen plukken de vruchten van een gespecialiseerd opleidingsaanbod dat is afgestemd op de groeiende eisen van de sector.

3. Onderzoek en ontwikkeling als rode draad

De intensiteit van onderzoek en ontwikkeling (O&O) is een belangrijke aanjager van economische prestaties. In een tijdperk dat zich kenmerkt door ingrijpende veranderingen en uitdagingen zijn groei, concurrentievermogen en innovatie nauwer dan ooit met elkaar verbonden. Daarom investeert België massaal … Alleen al in de farma- en biotechsector zijn de investeringen in tien jaar tijd verdubbeld, waardoor ook het aantal patentaanvragen is toegenomen. Met O&O-uitgaven ter waarde van 3,43% van het BBP (2021) is ons land voortaan de beste leerling in de Europese klas en presteert het ruim boven het Europese gemiddelde (2,16%).

4. Een gunstig fiscaal kader

Deze resultaten zouden onmogelijk zijn zonder actieve steun van de overheid, met name op fiscaal vlak, om buitenlandse investeringen aan te trekken en onderzoek en ontwikkeling te stimuleren. Zo is België naar verluidt een van de ‘meest genereuze’ landen als het gaat om O&O … De wortels van dat voordelige fiscale kader liggen in Europa en gaan terug tot het begin van de jaren 2000, toen de EU de lidstaten aanmoedigde om hun O&O-uitgaven te verhogen. De ‘Europe 2020’-strategie gaf aanleiding tot fiscale stimuli, zoals de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing (GVB) voor onderzoekers en de aftrek voor inkomsten uit innovatie (AII). Twee aantrekkelijke instrumenten voor innovatieve ondernemingen!